Welkom in Nest, ons gezellige dorpsboerderijtje waar iedereen welkom is om te genieten van West-Vlaamse hapjes en drankjes, onze sympathieke boerderijdieren, leuke workshops, een heerlijke plek om te ravotten en een gezellige sfeer. Jullie kunnen bij ons terecht …
Voor alle nieuwste nieuwtjes kan u terecht op onze facebookpagina!
Dorpsboerderijtje en cafetaria
Elke schoolvakantie op woensdag en zaterdag van 10 u. tot 18 u. openen wij de deuren van ons dorpsboerderijtje en onze cafetaria voor publiek.
Iedereen is op deze dagen welkom om te vertoeven tussen de dieren, te knuffelen met de varkens (die vinden dat heerlijk), de schapen te voederen, zich uit te leven op het klauterparcours, een kamp te bouwen in de kampenzone en te genieten van West-Vlaamse hapjes en drankjes. De kinderen voelen zich hier de koning te rijk. Ook als het regent, is het hier gezellig zitten. Boven in de schuur is er een leuk speelzoldertje.
En natuurlijk kan iedereen genieten in onze cafetaria en op ons terras. We stelden met zorg een lekker assortiment samen van (bijna) allemaal lokale, West-Vlaamse producten. En met Ijspol, Wijngoed Kapelle en het Elsthof kunnen we zelfs enkele topproducten van de fantastische Schuiferskapelse bodem aanbieden. Hieronder vindt u de kaart.
In de cafetaria kan enkel betaald worden met cash en Payconiq.
Wandel- en fietsroutes in overvloed, passeer maar eens.
Wij moedigen onze bezoekers aan om zoveel mogelijk te voet of met de fiets te komen. Vanuit Tielt, Ruiselede en Wingene zijn er heel leuke fietsroutes naar Schuiferskapelle. En het boerderijtje ligt langs een leuke wandelroute. Op het boerderijtje is er plaats om fietsen te parkeren.
Auto’s kunnen bij het boerderijtje NIET parkeren.
Wie zijn wij ?
Wij, dat zijn Joke, Augustijn, Mirte, Jade en Abel… en onze vrienden op ‘t boerderijtje natuurlijk: de twee ouessantschapen, de dwerggeit, de twee kune kune varkens, de kippen en de konijnen. Een gezellige bende is dat hier.
“Hoe komen jullie erbij om een dorpsboerderijtje te openen?” vragen de mensen wel eens. Het zit zo: Enkele jaren geleden kregen we een kindje, en dan nog één en dan nog één. Vaak dachten we: “Goh, ‘t zou plezant zijn om nu te gaan aperitieven op een mooie plek terwijl onze kinderen aan ’t ravotten zijn.” Maar zo’n plek vonden we niet meteen. Dus toen ik op een dag tegen Gust zei: “zouden we zelf niet zo’n plek maken, een kinderboerderijtje ofzo”, zei Gust: “ok”. Die wist toen nog niet dat hij de komende drie jaar aangesteld zou worden als officiële verbouwer-eerste-klas. Zo geschiedde en niet veel later klonken we op de aankoop van… een gigantisch vuil, verrot, bouwvallig krot.
Een paar jaar, geklus, getimmer, ingestorte muren, getelefoneer met de stedenbouwkundige dienst, nog meer ingestorte muren, gerenoveer, ontsnapte varkens, een subsidiedossier en oneindig veel klusdagen (dank u Gust!) later werd het krot een huis, de schuur een cafetaria, en de onkruidjungle een klein boerderijtje.